Tekst kapitein Klaas Daane Bolier
Foto sergeant 1 Eva Klijn
Onze man in Mazar-e-Sharif

Deze rubriek gaat over een militair of burger van het Commando DienstenCentra die naar het buitenland is of was uitgezonden, of daarvoor op de nominatie staat. Kapitein Roy Habets van het Rijkvastgoedbedrijf werkt bij Resolute Support in Afghanistan, de opvolger van de vredesmacht ISAF.
Na 13 jaar maakt ISAF zich op om Afghanistan te verlaten. Wat te doen met alle infrastructuur die de buitenlanders achterlaten? Slopen? Overdragen aan het Afghaanse leger? Verkopen aan commerciële partijen? Habets breekt er dagelijks zijn hoofd over in Mazar-e-Sharif.
In Camp Marmal is de ontvolking duidelijk zichtbaar. De immense locatie aan de rand van het vliegveld van Mazar-e-Sharif diende door de jaren heen als thuisbasis voor duizenden ISAF-militairen. Van hieruit werden alle operaties in het noorden van Afghanistan aangestuurd.
Troosteloos
Iedere meter grond was volgebouwd. Maar wie nu over Camp Marmal loopt, ziet overal lege plekken tussen de bebouwing. De infrastructuur is gesloopt of afgebroken en verscheept naar compounds elders in de wereld. Nederlandse legeringsshelters, bijvoorbeeld, staan nu in Mali. Rijen lege boogtenten staan troosteloos naast elkaar op verlaten kampjes. Allemaal nog netjes voorzien van een aggregaat, maar er is geen mens meer.
Wijsheid
Vermoedelijk eind dit jaar verlaat de laatste buitenlandse militair Camp Marmal. Wat gebeurt er daarna? Het kamp tot op de laatste steen afbreken? Verkopen? Overdragen? Wat is wijsheid? Het zijn vraagstukken waar Habets en zijn Duitse collega’s antwoorden op hopen te vinden. De in het dagelijks leven projectleider bij de Dienst Vastgoed Defensie (DVD), is bezig aan zijn 6 maanden durende uitzending bij Resolute Support (RS).
Gepuzzel
“Wij brengen alle infrastructuur in kaart die hier in de loop der jaren is neergezet voor en door ISAF”, vertelt de kapitein. “Niet alleen in Mazar-e-Sharif, maar in heel Noord-Afghanistan. Vervolgens doen we aanbevelingen over een eventuele bestemming. Dat is nog een heel gepuzzel. Soms is niet eens duidelijk van wie de grond is waarop gebouwd is. Het lijkt het meest logisch om alles over te dragen aan de Afghaanse veiligheidsdiensten, maar die hebben het niet nodig. De internationale gemeenschap heeft prima infrastructuur voor ze aangelegd.”
Ideaal
Grote delen van bijvoorbeeld Camp Marmal zouden dan ook beter aan commerciële bedrijven verkocht kunnen worden, meent Habets. “Ruime percelen vlakbij het vliegveld; ideaal voor bijvoorbeeld transportbedrijven.”
"Hoe zorg je ervoor dat alles blijft functioneren en dat het netjes blijft?"
Zonde
Habets en zijn collega’s kijken niet alleen naar de infra die nu nog in handen is van de internationale troepenmacht. Ook de Afghaanse veiligheidsdiensten hebben nog veel leegstaande gebouwen in beheer. “De politieschool in Kunduz, waar Nederlanders Afghaanse agenten hebben opgeleid, staat bijvoorbeeld leeg. Zonde. Daarom hebben we de Afghaanse politie geadviseerd om de school over te dragen aan de lokale universiteit. Die kan er misschien leslokalen in vestigen.”
Netjes
Naast zijn dagelijks werk op de staf reist Habets 1 keer in de 2 weken naar Camp Shaheen. Hier is het hoofdkwartier gevestigd van de Afghaanse troepen in het noorden van Afghanistan. “Ik adviseer daar de kolonel die verantwoordelijk is voor het facilitair management. Het gaat dan vooral om de bedrijfsvoering. Hoe zorg je ervoor dat alles blijft functioneren en dat het netjes blijft?”
Loodgieter
Grootste uitdaging die Habets daarbij heeft, zijn de traditionele gezagsverhoudingen in het land. “De kolonel heeft kapiteins onder zich die de lokale loodgieters, timmerlieden et cetera aansturen. Voor ons is het logisch dat de kolonel met deze kapiteins zaken doet. Maar wat zie je gebeuren? De kolonel vertelt ’s ochtends de loodgieter wat hij moet doen. Hij is de baas en als hij iets niet persoonlijk vertelt, gebeurt er niets.”
"De Afghanen hebben niet de middelen en de kennis om de spullen te onderhouden"
Kapot
“Andere dingen waar je tegenaan loopt is het technisch onderhoud”, vervolgt Habets. “De Amerikanen hebben het kamp gebouwd, inclusief allerlei hi-tech apparatuur, zoals moderne airconditioning- systemen. Vervolgens hebben ze de sleutels afgegeven en zijn vertrokken. De Afghanen hebben niet de middelen en de kennis om de spullen te onderhouden. Als iets kapot is, blijft het kapot.”
Roy Habets geniet van het werken met de Afghanen. Zijn eerder in Bosnië opgedane ervaringen komen hem goed van pas. “Daar deden we veel zaken met de lokale bevolking, waardoor ik met andere culturen heb leren werken.”
Daarnaast vormen de trips naar Camp Shaheen een welkome afwisseling op het stafwerk. “We kunnen namelijk niet meer overal naartoe. In tegenstelling tot ISAF, voert Resolute Support geen patrouilles uit. De Afghanen zijn zelf in charge over de veiligheid en wij adviseren alleen nog op stafniveau. Als ik niet regelmatig naar mijn Afghaanse counterparts zou kunnen, zat ik hier 6 maanden achter mijn bureau. En daar ga je niet voor op uitzending natuurlijk.”