Tekst eerste luitenant Wouter Helders
Foto Hans Roggen & Mediacentrum Defensie
CDC’ers gehuldigd voor inzet bij afwikkeling MH17-ramp
Het taptoesignaal klinkt in Stadion Galgenwaard in Utrecht. 250 burgers en militairen van het Commando DienstenCentra staan schouder aan schouder. Het Wilhelmus klinkt. Een enkeling pinkt een traantje weg. De ceremonie waarin de CDC’ers met een herinneringspenning worden geëerd voor de manier waarop ze hebben meegeholpen om de ramp met de MH17 van Malaysia Airlines af te wikkelen, maakt indruk. Diepe indruk.

“Alsof ik de hele film weer voorbij zie komen”
“Samen boos. Samen verbijsterd. Samen stil. Jullie hebben het verschil gemaakt. Dankzij jullie onmisbare inzet hebben de slachtoffers een waardig afscheid gekregen.” Ook de woorden van minister-president Mark Rutte, verpakt in een videoboodschap, raakten de aanwezigen.
Kapitein-ter-zee Astrid Coppens komt ook aan het woord. Zij is kazernecommandant van de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum, waar het calamiteitenmortuarium voor de slachtoffers van de vliegramp was ingericht: “We verloren twee van onze collega’s”, verzucht ze. “Het was dus geen ‘ver-van-mijn-bed-show’. Het was een eer te mogen meehelpen bij de afwikkeling van de ramp.”
Meeleven
De aangetreden CDC’ers delen het gevoel van Coppens. Zoals Herman van den Berg, commandant van een Interventieteam van de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO). Met tien collega’s bewaakte hij het terrein van de Van Oudheusdenkazerne in Hilversum. “Heel Nederland leefde mee”, blikt hij terug. “Op straat werd je in je uniform aangesproken door wildvreemden die hun steun betuigden. Het was indrukwekkend.”

“Dankzij jullie onmisbare inzet hebben de slachtoffers een waardig afscheid gekregen”
"We déden het gewoon"
Samen met de overige onderdelen van de krijgsmacht was het CDC op veel manieren betrokken bij de nasleep van de MH17-crash, op 17 juli. In het rampgebied zochten militairen naar stoffelijke overschotten en persoonlijke bezittingen van de slachtoffers. Sommigen borgen wrakstukken. C-130 Herculessen transporteerden de kisten met de stoffelijke resten van de slachtoffers naar de vliegbasis Eindhoven. Daar droegen militaire ploegen de kisten naar gereedstaande begrafenisauto’s. In Hilversum hielp defensiepersoneel het Landelijk Team Forensisch Onderzoek om de slachtoffers te identificeren. Paresto zorgde voor de inwendige mens. Teveel om allemaal op te noemen Van den Berg: “We draaiden extra lange dagen, maar ik heb niemand horen morren. Het was één bedrijf, één taak. We déden het gewoon.”



Bekijk hier een videoverslag van de ceremonie.