Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Portretfoto Fatima Arslan-Berkovic: Hans Roggen. Overige foto’s: Archief
Overwinteren met noodvoorzieningen van Defensie

Defensie heeft honderden hulpgoederen ter beschikking gesteld aan het in mei door zware regenval overstroomde Bosnië-Herzegovina. Dat gebeurde nadat CDC’er Fatima Arslan-Berkovic van de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) de noodklok binnen Defensie luidde. De vrijwilliger van het Bosnië-Herzegovina Platform (BiH Platform) coördineert de goederenstroom naar het getroffen gebied. “Defensie geeft honderden mensen weer een bed om in te slapen.”
Zo’n 700 matrassen, dekbedden en kussens, bijna 100 stapelbedden en tientallen medische verbruiksartikelen schonk de krijgsmacht aan de slachtoffers van de watersnoodramp. Eind deze maand komen daar nog twee veldkeukens en evenzoveel aggregaten van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) bij. Arslan: “Sommige dorpen zijn helemaal kapot en zitten zonder elektriciteit. Huizen zijn compleet verwoest. Begin juni vroeg ik de minister via een email om hulpgoederen.”

“Sommige dorpen zijn helemaal kapot en zitten zonder elektriciteit”

Drie weken
Vanaf dat moment begint het balletje te rollen. Het plaatsvervangend hoofd van de sectie Nationale Operaties (NATOPS), majoor der mariniers Jan Eijkelboom, krijgt van de commandant der Strijdkrachten opdracht de beschikbare goederen binnen de krijgsmacht te inventariseren. Arslan, die jaren geleden zelf als Bosnische vluchteling naar Nederland kwam: “Drie weken nadat ik mijn email verstuurde, belt majoor Eijkelboom me op met de vraag wie ik was, hoe de situatie in het rampgebied ervoor stond en wat de mensen daar precies nodig hebben. Weer drie weken later stuurt hij een overzicht van spullen die Defensie kon doneren. Zaken die de krijgsmacht sowieso op korte termijn wilde afstoten.”
“Honderden mensen krijgen weer een bed om in te slapen”
CDC-locatiemanagers
De vaart waarmee Defensie gehoor geeft aan de hulpvraag zit er goed in. Eijkelboom geeft CDC-locatiemanagers van de Sergeant-majoor Scheickkazerne in Soesterberg, de Marinekazerne Erfprins in Den Helder en Kamp Holterhoek opdracht de gevraagde spullen zo snel mogelijk gereed te maken voor transport. De sectie NATOPS van de Landmachtstaf coördineert dit. Vervolgens halen collega’s van de Landmacht het materieel op en brengen het naar een civiele opslagruimte in Barendrecht. Van daaruit vertrekken gesponsorde en met donaties betaalde vrachtwagens vol hulpgoederen naar Bosnië.
Geen concurrent
Defensie mag het transport naar de rampplek niet schenken, vertelt luitenant-kolonel Derk Jan Klompsma van de sectie Ondersteuning Operationeel Optreden van de Defensie Materieel Organisatie. “We moeten voorkomen dat we met schenkingen belangen van derden schaden, bijvoorbeeld door concurrent te worden voor een transportbedrijf.” Jammer, vindt Arslan, “maar gelukkig konden we het vervoer dus via een andere weg regelen.”
Overwinteren
Het (afgeschreven) beddengoed van Defensie gaat vooral naar mensen die hun huizen nagenoeg weer hebben opgeknapt, vertelt Arslan. “Honderden krijgen daarmee weer een bed om in te slapen. Tot die tijd verblijven de meeste slachtoffers in opvangcentra. De veldkeukens en aggregaten dienen als noodvoorziening voor mensen die niet in eigen huizen kunnen overwinteren.”

“Wij moeten voorkomen dat we met schenkingen belangen van derden schaden”


Schenkingen: hoe zit dat?
Defensie schenkt alleen in specifieke gevallen materieel. De spullen moeten bijvoorbeeld als overtollig aangemerkt zijn en de schenking dient het belang van Defensie te dienen. Hoewel daar in het geval van de overstromingen in Bosnië-Herzegovina niet direct sprake van is, maakt de directeur DMO namens de minister een uitzondering en gaat op het verzoek in. Klompsma: “Met de schenking stemt de minister er ook mee in dat Defensie inkomsten uit verkoop misloopt. Het ministerie verkoopt namelijk veel spullen die weliswaar verouderd zijn, maar nog steeds bruikbaar. Dat is bijvoorbeeld het geval met de veldkeukens en aggregaten. Defensie heeft die vervangen door modernere exemplaren. DMO zorgt er altijd voor dat de spullen die we verkopen of schenken tiptop in orde zijn. Daarbij bieden we de afnemers van enigszins technische goederen, zoals veldkeukens en aggregaten, een instructie aan. Dan weten ze hoe ze het materiaal moeten gebruiken en onderhouden. We geven hen ook een handleiding mee, als dat nodig is zelfs speciaal naar het Engels vertaald.”
