Voertuig dat op bermbom reed in Afghanistan krijgt prominente plek in NMM

Werken bij Defensie levert een hoop stoere verhalen en mooie avonturen op. Maar soms gebeuren er op missie heftige en vreselijke dingen voor de lokale bevolking of de eigen militairen. Hierdoor kunnen militairen lichamelijk of geestelijk beschadigd raken. ‘Keerzijde’ is de nieuwe themaruimte in het Nationaal Militair Museum. Die laat bezoekers kennismaken met deze andere kant van de militaire medaille. Een prominente plek is er voor de Mercedes-Benz (MB) waarmee de 44-jarige sergeant-majoor Mark Leijsen en zijn collega’s in Afghanistan op een bermbom reden. Mark kwam hierbij om het leven.

Tekst: kapitein Kirsten de Vries | Foto’s: Louis Meulstee en privé-archief

Het is 7 september 2009. Mark, Joost, Robin en Rob rijden samen met een Afghaanse tolk in de MB in het Deh Reshan-gebied, niet ver van Kamp Holland. De vier militairen maken deel uit van het Operational Mentoring and Liaison Team (OMLT), dat het Afghaanse leger traint en begeleidt. Ze zijn op weg naar een afspraak met een detachement van de mariniers als het gruwelijk misgaat. Rond 14.00 uur rijdt het voertuig op een bermbom. Door de enorme klap worden alle inzittenden uit de auto geslingerd.

De Mercedes net nadat het voertuig op de bermbom is gereden.
De Mercedes net nadat het voertuig op de bermbom is gereden.

“Ik wist gelijk: dit is niet best”, zo vertelt Rob, die op de bijrijdersstoel zat en daardoor het dichtst bij de inslag was. “Er gebeurde van alles tegelijk en in één keer land je dan op de grond. Op dat moment wist ik nog niet precies hoe of wat, maar toen ik probeerde op te staan, lukte dat niet. Ik dacht dat ik mijn enkel verstuikt had.”

Wat Rob dan nog niet weet, is dat zijn beide enkels verbrijzeld zijn en dat een van zijn benen uiteindelijk geamputeerd wordt. Als voertuigcommandant wil hij ondanks zijn eigen verwondingen maar een ding: kijken hoe het met zijn mannen is. “Ik kon niet lopen, maar ik dacht: ik kan in ieder geval kruipen. Dus toen ben ik naar Joost toe gekropen. Hij lag half onder het voertuig, maar we hebben hem los weten te krijgen. Robin had ik ondertussen al zien lopen. Uiteindelijk ben ik naar Mark gegaan. Hij lag bekneld, door de explosie kreeg hij het voertuig op zich. Door dat crush-letsel is hij overleden.”

Portret van sergeant-majoor Mark Leijsen.
Sergeant-majoor Mark Leijsen.

‘Ik kon niet lopen, maar ik dacht: ik kan in elk geval kruipen’

Lange revalidatie

Via een radioverbinding schakelt Rob hulp in en dan gaat alles snel. De militairen uit de andere voertuigen van de colonne organiseren een 360 graden-beveiliging, Apaches zorgen in de lucht voor ondersteuning, er komt een bergingsteam en Mark, Joost, Robin en Rob worden teruggevlogen naar Kamp Holland. Rob blijft daar niet lang, hij wordt naar Nederland overgebracht en dan komt het besef: het is echt mis met zijn benen. “Als je botten eruitzien alsof je een speculaasje in je handen hebt fijngeknepen, dan weet je wel dat het niet goed is. Ik sprak met verschillende artsen en de conclusie was dat het een lange revalidatie zou worden. Uiteindelijk blijkt dan dat sommige dingen niet meer te maken zijn.”

Rob en Mark
Rob (links) en Mark (rechts).

Rob werkt uiteindelijk dertien maanden aan zijn herstel. Op eigen verzoek wordt een van zijn benen geamputeerd. “Volgens de revalidatiearts had ik een gezond been, maar ik kon er niet zoveel mee. Ik zag allerlei gasten in het revalidatiecentrum met protheses en die konden gewoon alles weer doen. Het klinkt gek, maar voor mij werd de amputatie een wens. Kwaliteit van leven was daarbij een belangrijk argument. Mijn doel was weer te kunnen lopen en als dat betekende dat daardoor mijn been eraf moest, dan was dat een goed besluit. Ik heb een foto van net na de amputatie waarop je mij met een enorme smile ziet. Dat is natuurlijk wel een contrasterend iets.”

‘Voor mij werd de amputatie een wens’

Bijltjesdag

De dag waarop de amputatie plaatsvond, noemen Rob en zijn gezin gekscherend bijltjesdag. 7 september ziet hij als zijn tweede geboortedag. Dit typeert hem: het beste maken van een situatie, hoe ernstig deze ook is. “Zo heb ik eigenlijk altijd in het leven gestaan. Ik was dertig toen het gebeurde. Alles wat ik voor ogen had, wat ik nog wilde in mijn militaire loopbaan, ging in een keer niet door. Maar er zijn ook weer allemaal deuren opengegaan. Met mijn dochter doe ik bijvoorbeeld actief aan freediving. Daarnaast heb ik veel parachute gesprongen, maar ook basejumpen en wingsuit vliegen. Ik probeer een zo actief mogelijk leven te hebben.”

De bermbom heeft de rechter voorkant voor een groot deel weggeslagen.
De bermbom heeft de rechter voorkant, waar Rob zat, voor een groot deel weggeslagen.

Dat deze ene dag uit zijn leven een prominente plaats krijgt in het Nationaal Militair Museum, vindt Rob een hele eer. Samen met Joost, Robin, Lucienne - de weduwe van Mark - en Nick - de zoon van Mark - is hij nauw betrokken bij de totstandkoming van de themaruimte. “Wij vertegenwoordigen een grote groep die gewond is geraakt, maar ook militairen die kampen met psychische problemen. Het is voor ons belangrijk om het verhaal goed te vertellen. We vinden onszelf niet per se zielig en dat willen we ook niet uitstralen.”

Mark is te zien achterop het voertuig, Robin zit achter het stuur.
Mark is te zien achterop het voertuig, Robin zit achter het stuur.

‘We vinden onszelf niet per se zielig’

Dat de Mercedes-Benz bewaard is gebleven, is uniek. Voertuigen als deze worden normaal gesproken vernietigd. In 2022 werd de MB geschonken aan het Nationaal Militair Museum, daarvoor diende hij als lesmateriaal bij de Explosieven Opruimingsdienst. Conservator Jeroen Punt was er medeverantwoordelijk voor dat het voertuig nu te zien is voor het publiek.

“We vonden dat de terreinwagen meer verdiende dan slechts een plaatsje in de expositie met een bordje erbij. In deze themaruimte hangen er boven het voertuig drie schermen die scherven voor moeten stellen. Daarop is een film te zien waarin drie hoofdstukken worden behandeld: voor het incident, het incident zelf en de tijd daarna. De film duurt vijftien minuten en dat is voor museale begrippen lang. Er is een vijf minuten-regel, maar daar hebben wij lak aan, want dit verhaal moet gewoon verteld worden. We hebben ook banken neergezet, zodat de bezoeker de tijd ervoor kan nemen.”

Jeroen en zijn collega’s zijn niet over een nacht ijs gegaan bij het ontwerpen van de themaruimte. Hij beseft dat de zwaar beschadigde MB emoties bij mensen op kan roepen. “We hebben veel vrijwilligers die vanuit Defensie komen. Twee van hen zijn in vergelijkbare situaties geweest. Die schrokken toen wij aankondigden dat we dit gingen doen. Dus toen zijn we het gesprek wel aangegaan. We willen aan bezoekers de boodschap meegeven dat we de plicht hebben om voor militairen te zorgen als deze beschadigd terugkomen, want wij sturen ze overal naartoe. Ik hoop dat die boodschap overkomt.”

Portret van conservator Jeroen Punt
Conservator Jeroen Punt voor de Mercedes Benz.

De nieuwe themaruimte ‘Keerzijde’ is vanaf vandaag te bekijken in het Nationaal Militair Museum in Soest.