04

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 02

Unieke beelden van oefening First Strike

Tekst eerste luitenant Wouter Helders
Foto sergeant Sjoerd Hilckmann en sergeant-majoor Maartje Roos

KMar speelt hoofdrol oefening anti-terreurinzet

Voor 87 passagiers aan boord verloopt vlucht DCKZ001 rustig. Niemand kijkt op als een jonge man zijn stoel verlaat en rustig naar voren loopt. Daar aangekomen grijpt hij een stewardess bij de haren en zet een pistool tegen haar hoofd. Trillend doet ze wat hij zegt en opent de deur naar de cockpit. Het is gebeurd voordat de andere passagiers er erg in hebben; hun vlucht is gekaapt. 

Het passagiersvliegtuig vol 'gijzelaars' vormt de start van het scenario van de KMar-oefening 'First Strike'. Bijna 350 militairen en personeel van de Koninklijke Marechaussee, luchtmacht, landmacht, nationale politie, Dienst Speciale Interventies en verschillende hulpdiensten deden mee aan de grote multidisciplinaire anti-terreuroefening op vliegbasis Eindhoven. Het doel? Oefenen met het grote aantal betrokken partijen en instanties om procedures op elkaar af te stemmen. Waarom? Om nog beter voorbereid te zijn in geval van een calamiteit. 

Tijdens de oefening werd de externe media op afstand gehouden. KMarMagazine mocht als enige wel filmen. Benieuwd naar de beelden? Bekijk de videoclip en de fotoreportage. 

Projectofficier luitenant John Bodelier is hoofd Calamiteiten- en Crisisbestrijding van de Koninklijke Marechaussee en organiseerde een groot deel van de oefening. Hij is na afloop tevreden: "De Koninklijke Marechaussee is verantwoordelijk voor de politiezorg en belast met openbare orde- en strafrechtelijke handhaving op de aangewezen vliegvelden, dus ook Vliegbasis Eindhoven. We zijn sinds juni 2014 met de voorbereiding van deze oefening bezig geweest. Ons doel was als KMar het voortouw nemen om het scenario kaping/gijzeling realistisch te oefenen. Vanuit de samenwerking met de luchtmacht en de nationale politie zijn de partners uit de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost uitgenodigd aan te sluiten bij de oefening en daarmee nog beter voorbereid te zijn in geval van een calamiteit. Dat is gelukt."

Na de alarmering komt de Landelijke Staf Grootschalig Bijzonder Optreden (LSGBO) bij elkaar in Uddel. Vanuit daar wordt sturing gegeven aan de operatie op vliegbasis Eindhoven. Grote uitdaging tijdens de oefening is een goed actueel ‘beeld’ te hebben om goede keuzes en besluiten te nemen. Alleen zo kan de kaping snel en veilig worden beëindigd.

“We willen brandstof, voorraden, een telefoon, een vliegtuigtrap aan de linkerzijde en over 30 minuten vertrekken.” De stem van de kaper schalt kraakhelder de verkeerstoren in. “We gaan kijken wat we voor u kunnen doen.” De verbinding wordt verbroken. De 3 aanwezige onderhandelaars nemen verschillende strategieën en scenario’s door.

In de Commando Plaats Incident wordt druk overlegd tussen de verschillende instanties. Er zijn camera’s geplaatst om het gebied in de gaten te houden, de KMar heeft een ‘rondom beveiliging’ ingesteld en achter de schermen maakt de Dienst Speciale Interventies (DSI) zich klaar om in te grijpen.

Majoor Rob Stenacker is onderhandelaar: “Wij moeten in scenario’s kunnen denken. Goed luisteren en empathie tonen zijn het belangrijkst, maar het gesprek moet ook gestuurd worden zonder dat dit opvalt of irritant overkomt. De onderhandelaar moet zo veel mogelijk informatie loskrijgen.”

In de zogenoemde ‘Black Box’ komen alle videobeelden live binnen. De grootste uitdaging is alle verbindingen werkend te houden, zodat de situatie bij het vliegtuig goed kan worden gevolgd en er geen moment wordt gemist.

Na 2 uur gaat het mis: de gijzelnemers executeren 2 passagiers. Even later laten ze als goedmakertje de helft van de passagiers vrij, maar het vertrouwen is weg. Het is tijd voor actie. De DSI, die bestaat uit collega’s van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten, politie en de Unit Interventie Mariniers, grijpt in.

Nadat de kapers zijn overmeesterd worden de bevrijde gijzelaars weggeleid om gefouilleerd, (medisch) onderzocht en bevraagd te worden. Opperwachtmeester Thijs (DSI): “Iedereen die van boord komt wordt gecontroleerd. We kijken of ze gewond zijn en bieden eventueel hulp. Maar ze worden ook gefouilleerd en gecontroleerd. Er kunnen ‘sleepers’ (kapers, red.) tussen de passagiers zitten.”