07

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 22

Enkeltje Lagos

Tekst Ingmar Kooman
Foto sergeant Hille Hillinga

Europese samenwerking bij uitzetting vreemdelingen

12 landen, 42 illegale vreemdelingen, 1 vliegtuig. De Koninklijke Marechaussee begeleidde onlangs in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie 42 Nigerianen naar hun thuisland. De Defensiekrant vloog mee vanaf Rotterdam.

Bus. Vliegtuigtrap. 10 meter is het. Hooguit. 5 stappen, omzoomd door een dubbele haag van marechaussees. Adjudant Rob knikt. Uit de bus stapt een donkere dame. Vlak voor de trap houdt ze even in. Ze zwaait. “Bye Europe.” Ze licht haar hielen van Europese bodem, gevolgd door haar 2 marechaussee-escortes.

-

Een zwart petje met ‘Amsterdam’ steekt iets boven de vliegtuigstoelen uit. De donkere ogen daaronder nemen de omgeving op. Zowel links als rechts een lange, blanke jongeman. Zittend tussen marechaussee-begeleiders. Escorte, vreemdeling, escorte, zo is de stoelverdeling op deze uitzettingsvlucht naar Nigeria. Geen militaire of politietenues. Nette pantalons, overhemden en colbertjes, dat is de dress code bij de repatriëring van vreemdelingen.

 “Deze mensen hebben van huis uit niet altijd even prettige ervaringen met de geüniformeerde autoriteiten”, zegt adjudant Rob. “We willen ze op een de-escalerende, humane en professionele manier naar hun thuisland brengen.” Toch is de burgerkleding geen garantie voor een rustige vlucht, weet de man met 12 jaar ervaring in het uitzetten van vreemdelingen. De stevige, maar vriendelijke Velser marechausseereus heeft alles al meegemaakt: schreeuwen, schoppen, slaan, zichzelf bevuilen of verwonden.

-

Record

Voor deze uitzettingsvlucht komen uit te zetten Nigerianen vanuit de 4 windstreken van Europa naar Rotterdam The Hague Airport. Van Finland tot Bulgarije en van Zweden tot Malta, 12 landen in totaal. Een record: volgens de Dienst Terugkeer & Vertrek van het ministerie van Veiligheid en Justitie is niet eerder met zoveel landen samengewerkt bij een uitzetting. Dit is écht een Europese vlucht. 

Meerdere keren per jaar stelt het Europese grensagentschap Frontex een dergelijke overheidsvlucht samen. Nederland heeft daarbij als organiserend land recht op de helft van het aantal zetels. Last minute asielaanvragen, aanvechten van een asielbesluit of bijvoorbeeld ziekte kunnen ertoe leiden dat de gedwongen uitzetting wordt uitgesteld. En dat komt geregeld voor, vertelt eerste luitenant Jethro, bevelvoerend officier namens de marechaussee op deze vlucht. “Aanvankelijk zouden we 12 vreemdelingen uitzetten. Dat zijn er nu uiteindelijk 5.”

Handboeien

Niet dat dit de druk van de schouders van de marechaussee haalt. “Het is een Nederlandse vlucht, volgens Nederlandse regels”, maakt Jethro duidelijk. De humane behandeling van de uit te zetten vreemdeling staat daarin voorop en daar letten ze continu op. Behalve de 10 begeleiders levert de marechaussee ook een back-up team. Die ploeg van ervaren begeleiders komt in actie wanneer Nederlandse of buitenlandse collega’s hun vreemdelingen niet in bedwang weten te houden. Belangrijk, zeker wanneer zoals op deze vlucht nagenoeg alle stoelen zijn bezet. 

-

Klittenband

“Zodra iemand uit de bus stapt, probeer ik hem of haar in te schatten”, legt Rob uit. “Ik kijk naar het gelaat en de lichaamstaal: gaat deze persoon meewerken of niet?” Een enkeling stapt dan ook aan boord in een zogeheten Franse bodycuff. Die laat zich het best omschrijven als een kruising tussen klimgordel en handboeien. Allemaal van klittenband. Knappe jongen die zich daaruit weet los te wurmen. “Geen vlucht is wat ‘ie lijkt”, zegt Rob. “De situatie kan zo omslaan. Wij zorgen ervoor dat de veiligheid niet in het geding komt.”

Alert

Deze vlucht geen geschreeuw, geen geknok. Kort na opstijgen van het toestel dommelen de eerste vreemdelingen in. Hun buurmannen en buurvrouwen niet. Zij blijven alert. 8 uur lang, de hele vlucht Rotterdam-Lagos. Zo ook opperwachtmeester Jona. “Je moet je scherpte behouden. Vanuit een ooghoek houd je de vreemdeling steeds in de gaten. Je praat wat, maar je blijft steeds aftasten. De stemming kan zo veranderen.” 

Wachtmeester Arno is Jona’s buddy op deze vlucht. “Het belangrijkste in dit werk is dat je sociaal bent, maar niet emotioneel. We gaan er vanuit dat de IND (Immigratie en Naturalisatie Dienst –red.) zijn werk heeft gedaan. Het is klaar, mensen moeten terug. Wij doen dat op zo’n goed mogelijke manier.”

-

Hand

Half zes in de ochtend. Lagos, Nigeria. De Nigeriaanse immigratiedienst komt aan boord. “Finland. Give me Finland please”, roept een gezette officier. De escorteleiders van de Europese landen brengen de Nigerianen 1 voor 1 naar voren. In een rood-geel-groen trainingspak schuifelt een man met een grijs sikje langs de stoelen. Daarna volgt de jongeman met het Amsterdam-petje. Hun landgenoten controleren de persoonsgegevens, daarna mogen ze de vliegtuigtrap af. Terug op eigen bodem.

“Onze vreemdeling laat een vrouw en een kind achter in Nederland”, vertelt eerste luitenant Jelle. “Reële kans dus dat hij zich zou verzetten. Maar hij bleek heel vriendelijk. En hij sprak prima Nederlands, dus we hebben gedurende de vlucht gewoon wat zitten kletsen.” Een voorbeelduitzetting, beaamt hij. “Uiteindelijk gaven we elkaar een hand en bedankte hij ons. Je wilt mensen op een waardige manier naar hun thuisland brengen, niet helemaal ingepakt.” 

Tetris

“Het blijft een bijzonder iets, zo nauw met een vreemdeling omgaan”, zegt ‘nestor’ Rob . “We drukken de collega’s op het hart humaan op te treden. Het zijn geen verdachten, ze zijn illegaal in een ander land. Maar vreemdelingen zijn ook mensen. Mensen met een verhaal. Zij staan centraal in heel onze benadering.”

Op het platform van de luchthaven staat een wit bestelbusje. Als een levensecht spelletje Tetris worden alle uit Nederland meegebrachte mega shoppingtassen 1 voor 1 achterin gezet. Langzaam loopt het platform leeg. De deuren van het vliegtuig sluiten. De marechaussees en hun collega’s kunnen hun waakzame ogen eindelijk wat rust gunnen.

-